Sinds het moment dat de nieuwe Macs met de nieuwe M1-chip uitkwamen kwam er een stroom van positieve berichten erover op gang. Niet alleen bleken al deze Macs heel erg soepel en snel te werken, er was niet of nauwelijks sprake van warmteontwikkeling en de batterij ging veel langer mee.
Bij Intel zagen ze dit natuurlijk met lede ogen aan, ook omdat het nieuws over de toekomstplannen van dit bedrijf binnen deze context gepresenteerd werd. In dit soort situaties moet je erg uitkijken wat je doet, ga je in tegenaanval dan loop je het risico over te komen als slechte verliezer. En laat dat nu net zijn waarvoor bij Intel gekozen is, in de vorm van een hoop vergelijkingen.
Je kan er rustig van uit gaan dat de vergelijkingen in de slides hierboven en hieronder kloppen. Zou dat niet zo zijn dan zouden Apple’s advocaten er al uitgebreid mee bezig zijn. Maar je kan er ook vergif op innemen dat ze bij Intel héél erg goed hebben gekeken in welke vergelijken hun processors er het gunstigst uitkwamen, en alleen die gebruikt hebben. Want uit alle reviews was allang duidelijk dat de nieuwe Macs simpelweg heel erg snel zijn, en dagenlang werken zonder de nieuwe MacBook Air of 13-inch MacBook Pro op te hoeven laden blijkt ook bij iedereen het geval.
Met andere woorden, Intel doet hier hoogstwaarschijnlijk aan ‘cherry picking’: cijfers gebruiken die kloppen, maar alleen wel alleen die cijfers die gunstig voor jou zijn. En dat is nu eenmaal geen teken van kracht.
